Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op Ministerieel Besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (BS 1 november 2020), zoals gewijzigd;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 133, 2de alinea van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur de burgemeester bevoegd is voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente;
Dat overeenkomstig artikel 134 en artikel 135 §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester over uitvoerende politiebevoegdheden beschikt en de burgemeester politiebesluiten kan maken;
Dat het coronavirus COVID-19 manifest aanwezig is en blijft circuleren waarbij virologen spreken van een tweede besmettingsgolf;
Dat het dragen van een mondmasker of van elk ander alternatief in stof een belangrijke rol speelt in de strategie om de verdere verspreiding van het virus te beperken;
Overwegende dat artikel 25, 6° van voornoemd Ministerieel Besluit bepaalt dat de lokale overheid het mondmasker kan verplichten in de winkelstraten, de markten, en elke private of publieke druk bezochte plaats, bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;
Overwegende dat in omgevingen van scholen zich regelmatig volkstoelopen manifesteren, niet in het minst op momenten wanneer de leerlingen toekomen, al dan niet vergezeld door familieleden;
Dat er zich ook tijdens de schooltijden regelmatig verplaatsingen voordoen waardoor de leerlingen het openbaar domein betreden;
Overwegende dat het dragen van mondmaskers sterk wordt aanbevolen aan de bevolking voor elke situatie waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan;
Dat het daarom aangewezen is om in de gemeente Maasmechelen over te gaan tot de invoering van een mondmaskerverplichting in de buurt van scholen;
Overwegende dat bij opmaak van het besluit van de burgemeester de scholen gesloten zijn doch heropstarten op maandag 16 november 2020;
Overwegende dat het aangewezen is om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen voor deze datum, gelet op het risico voor de bevolking;
Overwegende dat het bij hoogdringendheid noodzakelijk is (gelet op het toenemende aantal besmettingen en ziekenhuisopnames) om deze bijkomende maatregelen te nemen;
Dat de gemeenteraad zich aansluit bij deze argumentatie en de precaire toestand een onmiddellijk optreden van de burgemeester rechtvaardigde;
Overwegende dat de beslissing van de burgemeester is gebaseerd op artikel 134 Nieuwe Gemeentewet dat bepaalt dat:
§ 1. In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)], met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. [... (opgeh. KB 30 mei 1989, art. 27, I: 1 juni 1989)] Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd."
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester d.d. 09.11.2020 betreffende Politieverordening betreffende het invoeren van een mondmaskerverplichting in de buurt van scholen op het grondgebied van de gemeente.